Erfdienstbaarheden vormen een belangrijk onderdeel van het eigendomsrecht. Tegelijk zijn ze vaak het onderwerp van geschillen. Gaat het om een heldere overeenkomst of vindt de erfdienstbaarheid grondslag in een concreet wettelijk voorschrift, dan is de kans op betwisting relatief beperkt. Erfdienstbaarheden die door verkrijgende verjaring of door ‘bestemming door de eigenaar’ (in het oud BW: ‘bestemming door de huisvader’) ontstaan, zijn dan weer vaker voer voor discussie. Hoe zit het principe van 'bestemming door de eigenaar' in elkaar sinds het nieuwe goederenrecht?