Opdat de eis om een zaak in kortgeding te behandelen en voorlopige maatregelen op te leggen, ontvankelijk zou zijn, moet er sprake zijn van urgentie. De urgentie is een gegrondheidsvereiste. Het algeheel staken van de uitbating van een horecazaak kan bovendien geen voorlopige maatregel vormen, aangezien daarmee de rechten van de uitbater op een onherroepelijke wijze worden aangetast. Zo oordeelde de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Leuven in een recent geschil.