CIB vertegenwoordigt meer dan 900 professionele syndici, actief in Vlaanderen & het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Tezamen hebben zij naar schatting minstens 30.000 appartementsgebouwen (VME's) in beheer. Op deze pagina kan je een aantal kerncijfers terugvinden over appartementsgebouwen & het syndicusberoep. Die duiden mee het belang van dit segment van de woningmarkt, dat te vaak onderbelicht blijft. Overigens: ook in niet-residentieel vastgoed vinden we heel wat VME's terug. Denk bijvoorbeeld aan winkelcentra, parkeergebouwen, …
Vlaanderen 'verappartementiseert'. Sinds 1992 is het aantal appartementsgebouwen en het aantal appartementen net niet verdrievoudigd. Ter vergelijking: op 1 januari 1992 telde Vlaanderen 56.137 appartementsgebouwen en 396.554 appartementen.
Het is niet zo dat er vooral grote appartementsgebouwen bij zijn gekomen. In 1992 telde een gebouw gemiddeld 7 appartementen. In 2024 is dat gemiddelde gezakt naar 6,5. De toename zit dan ook in hoofdzaak bij reconversie van rijwoningen naar gebouwen met 4 tot 10 kavels en bij opdelingen van herenhuizen. De cijfers hieronder staven dat verder: vooral het aandeel van de rijwoningen is sinds 1992 gedaald.
Het aandeel appartementen in het totale woningbestand verschilt natuurlijk alnaargelang de aard van de gemeente. Het aandeel is bijvoorbeeld hoger in de centrumsteden & verstedelijkt gebied (bij uitstek het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
De renovatie-uitdaging in appartementsgebouwen is een complex gegeven, gezien de specifieke uitdagingen inzake besluitvorming, financiering en op technisch vlak. VME's vragen dan ook om bijzondere aandacht en een afzonderlijke aanpak vanuit het beleid. Want, tal van appartementsgebouwen zien zich geconfronteerd met de nood om werken uit te voeren. Dit niet alleen om te voldoen aan energievereisten maar evenzeer om het gebouw in stand te houden (betonrot, gevelrenovaties, balkons & terrassen, …). Onderstaande grafiek geeft alvast een zicht op de onderverdeling van de appartementsgebouwen in Vlaanderen naargelang het bouwjaar.
Het beroep van syndicus evolueert helaas in snel tempo naar een knelpuntberoep. De instroom tot het beroep is beperkt. Cijfers van het Beroepsinstituut geven bovendien aan dat de gemiddelde leeftijd van de syndici (met 46 jaar) vrij hoog ligt. Overigens geldt dat nog meer voor wie ingeschreven is op beide kolommen bij het BIV (53 jaar). Het aantal personen op beide kolommen neemt doorheen de tijd sterk af. Maar, dat vertaalt zich niet in een sterke stijging van het aantal zuivere syndici.