Nu er met de richtlijn van minister Geens duidelijkheid is over hoe en wanneer de syndici opnieuw algemene vergaderingen kunnen inrichten, verschuift de aandacht richting het najaar. Een juridische vraag die daarbij opduikt, heeft betrekking op het lot van de tweede algemene vergadering, die ingericht moet worden indien bij de eerste het quorum niet wordt gehaald. Moet die tweede algemene vergadering ook voor 1 december plaatsvinden? Het kabinet Geens bevestigde ons intussen dat dit niet het geval is. De termijn van 5 maanden is niet van toepassing op tweede vergaderingen.
Het Bijzonder Volmachtenbesluit (KB nr. 4) laat toe om algemene vergaderingen, die niet kunnen plaatsvinden volgens de veiligheidsvoorschriften, uit te stellen.
In geval van uitstel moet de algemene vergadering worden gehouden binnen vijf maanden na het verstrijken van de crisisperiode. Het startpunt voor deze termijn ligt op 1 juli 2020. Met andere woorden: alle algemene vergaderingen die tot en met 30 juni niet kunnen plaatsvinden ten gevolge van de veiligheidsvoorschriften mogen worden uitgesteld en kunnen/moeten in de periode tussen 1 juli en 30 november 2020 rechtsgeldig heringepland worden.
Wat echter als de vergadering wordt heringepland en daarbij het quorum niet wordt gehaald?
Moet de tweede algemene vergadering, die vervolgens georganiseerd moet worden conform art. 577-6, §5, 4de lid BW en waarbij geen quorum geldt, ook binnen de termijn van 5 maanden vallen?
Het is volgens de huidige voorschriften al een grote uitdaging om de uitgestelde vergaderingen opnieuw ingepland te krijgen omwille van de reeds drukke vergaderagenda’s en de problematiek rond de beschikbaarheid van vergaderruimtes. De puzzel zou echter onmogelijk worden indien de tweede vergadering ook nog eens binnen de periode van 5 maanden zou moeten plaatsvinden.
Verduidelijking kabinet Geens
Gelukkig is het antwoord negatief. Daartoe mocht CIB Vlaanderen ondertussen een verduidelijking ontvangen van het kabinet van minister van Justitie Koen Geens. Voor de tweede algemene vergadering moet geen rekening worden gehouden met de termijn in het KB nr. 4.
Het kabinet stelt dat het essentieel is dat ‘de eerste poging’ om de uitgestelde algemene vergadering te organiseren binnen de periode van 5 maanden valt. De tweede vergadering, omwille van het niet bereiken van het aanwezigheidsquorum tijdens de eerste vergadering, dient evenwel niet binnen de periode van de 5 maanden te vallen. De deadline van 30 november geldt niet voor deze tweede vergadering.
De tweede vergadering dient overeenkomstig de wet na een termijn van ten minste 15 dagen na de eerste vergadering bijeenkomen. Deze wettelijke bepaling inzake de minimale tijdsduur voordat de tweede vergadering bijeengeroepen kan worden, blijft uiteraard gelden. Net als de bepaling dat deze dan geldig kan beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden en de aandelen van mede-eigendom waarvan ze houder zijn.
